Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: biologeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebiologeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik biologeer
jij biologeert
hij biologeert
wij biologeren
jullie biologeren
zij biologeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebiologeerd
jij hebt gebiologeerd
hij heeft gebiologeerd
wij hebben gebiologeerd
jullie hebben gebiologeerd
zij hebben gebiologeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik biologeerde
jij biologeerde
hij biologeerde
wij biologeerden
jullie biologeerden
zij biologeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebiologeerd
jij had gebiologeerd
hij had gebiologeerd
wij hadden gebiologeerd
jullie hadden gebiologeerd
zij hadden gebiologeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal biologeren
jij zult biologeren
hij zal biologeren
wij zullen biologeren
jullie zullen biologeren
zij zullen biologeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebiologeerd hebben
jij zult gebiologeerd hebben
hij zal gebiologeerd hebben
wij zullen gebiologeerd hebben
jullie zullen gebiologeerd hebben
zij zullen gebiologeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou biologeren
jij zou biologeren
hij zou biologeren
wij zouden biologeren
jullie zouden biologeren
zij zouden biologeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebiologeerd hebben
jij zou gebiologeerd hebben
hij zou gebiologeerd hebben
wij zouden gebiologeerd hebben
jullie zouden gebiologeerd hebben
zij zouden gebiologeerd hebben

Gebiedende wijs
biologeer

Aanvoegende wijs
biologere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden