Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: binnenloodsen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
binnengeloodst

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik loods binnen
jij loodst binnen
hij loodst binnen
wij loodsen binnen
jullie loodsen binnen
zij loodsen binnen

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik binnenloods
dat jij binnenloodst
dat hij binnenloodst
dat wij binnenloodsen
dat jullie binnenloodsen
dat zij binnenloodsen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb binnengeloodst
jij hebt binnengeloodst
hij heeft binnengeloodst
wij hebben binnengeloodst
jullie hebben binnengeloodst
zij hebben binnengeloodst

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik loodste binnen
jij loodste binnen
hij loodste binnen
wij loodsten binnen
jullie loodsten binnen
zij loodsten binnen

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik binnenloodste
dat jij binnenloodste
dat hij binnenloodste
dat wij binnenloodsten
dat jullie binnenloodsten
dat zij binnenloodsten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had binnengeloodst
jij had binnengeloodst
hij had binnengeloodst
wij hadden binnengeloodst
jullie hadden binnengeloodst
zij hadden binnengeloodst

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal binnenloodsen
jij zult binnenloodsen
hij zal binnenloodsen
wij zullen binnenloodsen
jullie zullen binnenloodsen
zij zullen binnenloodsen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal binnengeloodst hebben
jij zult binnengeloodst hebben
hij zal binnengeloodst hebben
wij zullen binnengeloodst hebben
jullie zullen binnengeloodst hebben
zij zullen binnengeloodst hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou binnenloodsen
jij zou binnenloodsen
hij zou binnenloodsen
wij zouden binnenloodsen
jullie zouden binnenloodsen
zij zouden binnenloodsen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou binnengeloodst hebben
jij zou binnengeloodst hebben
hij zou binnengeloodst hebben
wij zouden binnengeloodst hebben
jullie zouden binnengeloodst hebben
zij zouden binnengeloodst hebben

Gebiedende wijs
loods binnen

Aanvoegende wijs
binnenloodse

Voorbeelden

  1. Je kunt me binnenloodsen.
    You can liaise with me.
  2. Dus de leerschool bij jou, en me in Princeton binnenloodsen, dat was uit schuldbesef?
    So the learning at your feet, getting me into Princeton, that was all guilt? Huh?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden