Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: binnendringen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
binnengedrongen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik dring binnen
jij dringt binnen
hij dringt binnen
wij dringen binnen
jullie dringen binnen
zij dringen binnen

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik binnendring
dat jij binnendringt
dat hij binnendringt
dat wij binnendringen
dat jullie binnendringen
dat zij binnendringen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb binnengedrongen
jij hebt binnengedrongen
hij heeft binnengedrongen
wij hebben binnengedrongen
jullie hebben binnengedrongen
zij hebben binnengedrongen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik drong binnen
jij drong binnen
hij drong binnen
wij drongen binnen
jullie drongen binnen
zij drongen binnen

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik binnendrong
dat jij binnendrong
dat hij binnendrong
dat wij binnendrongen
dat jullie binnendrongen
dat zij binnendrongen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had binnengedrongen
jij had binnengedrongen
hij had binnengedrongen
wij hadden binnengedrongen
jullie hadden binnengedrongen
zij hadden binnengedrongen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal binnendringen
jij zult binnendringen
hij zal binnendringen
wij zullen binnendringen
jullie zullen binnendringen
zij zullen binnendringen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal binnengedrongen hebben
jij zult binnengedrongen hebben
hij zal binnengedrongen hebben
wij zullen binnengedrongen hebben
jullie zullen binnengedrongen hebben
zij zullen binnengedrongen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou binnendringen
jij zou binnendringen
hij zou binnendringen
wij zouden binnendringen
jullie zouden binnendringen
zij zouden binnendringen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou binnengedrongen hebben
jij zou binnengedrongen hebben
hij zou binnengedrongen hebben
wij zouden binnengedrongen hebben
jullie zouden binnengedrongen hebben
zij zouden binnengedrongen hebben

Gebiedende wijs
dring binnen

Aanvoegende wijs
binnendringe

Voorbeelden

  1. Ik dring binnen namens een pensioen voor volbloed paarden.
    I 'm intruding on behalf of a thoroughbred retirement foundation.
  2. binnendringen
    infiltrate
  3. Inbreken en binnendringen.
    Breaking and entering.
  4. Veilig van binnendringen.
    Safe from penetrations.
  5. De avond binnendringen
    Penetrate the evening
  6. Droomwandelingen, dromen binnendringen?
    Dream walking, dream invasion?
  7. Vergeef mij het binnendringen.
    Please forgive the intrusion.
  8. Hij wil me binnendringen.
    He 's trying to merge with me!
  9. Sorry voor het binnendringen.
    Please excuse the intrusion.
  10. Zo binnendringen bij onbekenden.
    Invading people 's homes like this.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden