Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to billet    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
billeting

Present simple (ott)
I billet
you billet
he billets
we billet
you billet
they billet

Present perfect (vtt)
I have billeted
you have billeted
he has billeted
we have billeted
you have billeted
they have billeted

Past Simple (ovt)
I billeted
you billeted
he billeted
we billeted
you billeted
they billeted

Past perfect (vvt)
I had billeted
you had billeted
he had billeted
we had billeted
you had billeted
they had billeted

Present future (ottt)
I will billet
you will billet
he will billet
we will billet
you will billet
they will billet

Present future perfect (vttt)
I will have billeted
you will have billeted
he will have billeted
we will have billeted
you will have billeted
they will have billeted

Past future (ovtt)
I would billet
you would billet
he would billet
we would billet
you would billet
they would billet

Past future perfect (vvtt)
I would have billeted
you would have billeted
he would have billeted
we would have billeted
you would have billeted
they would have billeted


Voorbeelden

  1. And you only found one billet?
    En u vond slechts één staaf?
  2. An overseas duty station, a shipboard billet.
    Een post in de overzeese gebieden, of op een schip.
  3. He could transfer me to some other billet.
    Hij kan me overplaatsen naar een andere functie.
  4. Do you want me to beg for my billet?
    Wilt u dat ik u smeek om een verblijfplaats?
  5. When I checked the officers' billet, I found them both asleep.
    Toen ik de officierenbarak controleerde, sliepen ze beiden.
  6. They didn 't go through all of this for one billet.
    Ze hebben niet zoveel moeite gedaan voor slechts één staaf.
  7. Am I to understand that gentlemen and ladies are to billet together?
    Ben ik om te begrijpen dat Gentlemen en Lady' s samen ingekwartierd zijn?
  8. I know what 's his rank and I know where 's his billet.
    Ik weet z' n rang en ik weet waar hij zit.
  9. We get back to the billet, I 'll have a word with him.
    We gaan terug, ik zal een hartig woordje met hem spreken.
  10. Now, this level of scrutiny for a two-star billet is... is unheard of.
    Nou, dit toetsingsniveau is voor leen twee-sterren functie ongehoord.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden