Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: billen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebilld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bill
jij billt
hij billt
wij billen
jullie billen
zij billen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebilld
jij hebt gebilld
hij heeft gebilld
wij hebben gebilld
jullie hebben gebilld
zij hebben gebilld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik billde
jij billde
hij billde
wij billden
jullie billden
zij billden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebilld
jij had gebilld
hij had gebilld
wij hadden gebilld
jullie hadden gebilld
zij hadden gebilld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal billen
jij zult billen
hij zal billen
wij zullen billen
jullie zullen billen
zij zullen billen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebilld hebben
jij zult gebilld hebben
hij zal gebilld hebben
wij zullen gebilld hebben
jullie zullen gebilld hebben
zij zullen gebilld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou billen
jij zou billen
hij zou billen
wij zouden billen
jullie zouden billen
zij zouden billen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebilld hebben
jij zou gebilld hebben
hij zou gebilld hebben
wij zouden gebilld hebben
jullie zouden gebilld hebben
zij zouden gebilld hebben

Gebiedende wijs
bill

Aanvoegende wijs
bille

Voorbeelden

  1. Bill, maar Bill...
    Bill, just Bill...
  2. Bill?
    ''Bill''?
  3. Bill, alsjeblieft.
    Bill, for God 's sakes.
  4. Bill Clinton?
    Bill who? Clinton?
  5. Alsjeblieft, Bill.
    There you go, Bill.
  6. Bill, ik weet waar je vandaan komt, Bill.
    Bill, I know where you come from, bill.
  7. Deze Bill Wilkins?
    This Bill Wilkins?
  8. Bill, niets zeggen.
    Bill, don 't say a word.
  9. Met Bill Buchanan.
    – Bill Buchanan.
  10. Alles goed, Bill?
    How do you do, Bill?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden