NL: biljarten U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gebiljart
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik biljart jij biljart hij biljart wij biljarten jullie biljarten zij biljarten
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gebiljart jij hebt gebiljart hij heeft gebiljart wij hebben gebiljart jullie hebben gebiljart zij hebben gebiljart
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik biljartte jij biljartte hij biljartte wij biljartten jullie biljartten zij biljartten
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gebiljart jij had gebiljart hij had gebiljart wij hadden gebiljart jullie hadden gebiljart zij hadden gebiljart
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal biljarten jij zult biljarten hij zal biljarten wij zullen biljarten jullie zullen biljarten zij zullen biljarten
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gebiljart hebben jij zult gebiljart hebben hij zal gebiljart hebben wij zullen gebiljart hebben jullie zullen gebiljart hebben zij zullen gebiljart hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou biljarten jij zou biljarten hij zou biljarten wij zouden biljarten jullie zouden biljarten zij zouden biljarten
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gebiljart hebben jij zou gebiljart hebben hij zou gebiljart hebben wij zouden gebiljart hebben jullie zouden gebiljart hebben zij zouden gebiljart hebben
|
| Gebiedende wijs |
biljart
|
| Aanvoegende wijs |
| biljarte |