Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bijvallen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bijgevallen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik val bij
jij valt bij
hij valt bij
wij vallen bij
jullie vallen bij
zij vallen bij

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik bijval
dat jij bijvalt
dat hij bijvalt
dat wij bijvallen
dat jullie bijvallen
dat zij bijvallen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bijgevallen
jij hebt bijgevallen
hij heeft bijgevallen
wij hebben bijgevallen
jullie hebben bijgevallen
zij hebben bijgevallen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik viel bij
jij viel bij
hij viel bij
wij vielen bij
jullie vielen bij
zij vielen bij

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik bijviel
dat jij bijviel
dat hij bijviel
dat wij bijvielen
dat jullie bijvielen
dat zij bijvielen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bijgevallen
jij had bijgevallen
hij had bijgevallen
wij hadden bijgevallen
jullie hadden bijgevallen
zij hadden bijgevallen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bijvallen
jij zult bijvallen
hij zal bijvallen
wij zullen bijvallen
jullie zullen bijvallen
zij zullen bijvallen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bijgevallen hebben
jij zult bijgevallen hebben
hij zal bijgevallen hebben
wij zullen bijgevallen hebben
jullie zullen bijgevallen hebben
zij zullen bijgevallen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bijvallen
jij zou bijvallen
hij zou bijvallen
wij zouden bijvallen
jullie zouden bijvallen
zij zouden bijvallen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bijgevallen hebben
jij zou bijgevallen hebben
hij zou bijgevallen hebben
wij zouden bijgevallen hebben
jullie zouden bijgevallen hebben
zij zouden bijgevallen hebben

Gebiedende wijs
val bij

Aanvoegende wijs
bijvalle

Voorbeelden

  1. We hebben hem in de val bij Rainforrest Café.
    We have him in the fall at Rain Forrest Cafe.
  2. Jij moet me bijvallen.
    You help me run my game.
  3. Ellie bleef in New York en hielp Val bij zijn bedrog door het editeren heen.
    Ellie stayed in New York and helped Val fake his way through the editing.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden