Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bijtrekken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bijgetrokken

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik trek bij
jij trekt bij
hij trekt bij
wij trekken bij
jullie trekken bij
zij trekken bij

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik bijtrek
dat jij bijtrekt
dat hij bijtrekt
dat wij bijtrekken
dat jullie bijtrekken
dat zij bijtrekken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bijgetrokken
jij hebt bijgetrokken
hij heeft bijgetrokken
wij hebben bijgetrokken
jullie hebben bijgetrokken
zij hebben bijgetrokken

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik trok bij
jij trok bij
hij trok bij
wij trokken bij
jullie trokken bij
zij trokken bij

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik bijtrok
dat jij bijtrok
dat hij bijtrok
dat wij bijtrokken
dat jullie bijtrokken
dat zij bijtrokken

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bijgetrokken
jij had bijgetrokken
hij had bijgetrokken
wij hadden bijgetrokken
jullie hadden bijgetrokken
zij hadden bijgetrokken

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bijtrekken
jij zult bijtrekken
hij zal bijtrekken
wij zullen bijtrekken
jullie zullen bijtrekken
zij zullen bijtrekken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bijgetrokken hebben
jij zult bijgetrokken hebben
hij zal bijgetrokken hebben
wij zullen bijgetrokken hebben
jullie zullen bijgetrokken hebben
zij zullen bijgetrokken hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bijtrekken
jij zou bijtrekken
hij zou bijtrekken
wij zouden bijtrekken
jullie zouden bijtrekken
zij zouden bijtrekken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bijgetrokken hebben
jij zou bijgetrokken hebben
hij zou bijgetrokken hebben
wij zouden bijgetrokken hebben
jullie zouden bijgetrokken hebben
zij zouden bijgetrokken hebben

Gebiedende wijs
trek bij

Aanvoegende wijs
bijtrekke

Voorbeelden

  1. Trek bij Ceren in.
    Go stay with Ceren.
  2. Ik trek bij Kenny in.
    But I 'm moving into Kenny 's.
  3. Ik trek bij Danny in.
    I 'm moving in with Danny.
  4. Ik trek bij je in.
    I 'll move in with you.
  5. Ik trek bij Frankie in.
    I 'm moving in with Frankie.
  6. Nou, trek bij ons in.
    Well, move in with us.
  7. Ik trek bij Tom in.
    I 'm moving in with Tom.
  8. Kom trek bij mij in.
    Come and stay with me
  9. Nee, ik trek bij je in.
    No, I 'm moving in.
  10. Hier gaat het naar toe- - trek bij me in.
    That 's where it 's going- - move in with me.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden