Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bijstellen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bijgesteld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik stel bij
jij stelt bij
hij stelt bij
wij stellen bij
jullie stellen bij
zij stellen bij

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik bijstel
dat jij bijstelt
dat hij bijstelt
dat wij bijstellen
dat jullie bijstellen
dat zij bijstellen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bijgesteld
jij hebt bijgesteld
hij heeft bijgesteld
wij hebben bijgesteld
jullie hebben bijgesteld
zij hebben bijgesteld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stelde bij
jij stelde bij
hij stelde bij
wij stelden bij
jullie stelden bij
zij stelden bij

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik bijstelde
dat jij bijstelde
dat hij bijstelde
dat wij bijstelden
dat jullie bijstelden
dat zij bijstelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bijgesteld
jij had bijgesteld
hij had bijgesteld
wij hadden bijgesteld
jullie hadden bijgesteld
zij hadden bijgesteld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bijstellen
jij zult bijstellen
hij zal bijstellen
wij zullen bijstellen
jullie zullen bijstellen
zij zullen bijstellen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bijgesteld hebben
jij zult bijgesteld hebben
hij zal bijgesteld hebben
wij zullen bijgesteld hebben
jullie zullen bijgesteld hebben
zij zullen bijgesteld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bijstellen
jij zou bijstellen
hij zou bijstellen
wij zouden bijstellen
jullie zouden bijstellen
zij zouden bijstellen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bijgesteld hebben
jij zou bijgesteld hebben
hij zou bijgesteld hebben
wij zouden bijgesteld hebben
jullie zouden bijgesteld hebben
zij zouden bijgesteld hebben

Gebiedende wijs
stel bij

Aanvoegende wijs
bijstelle

Voorbeelden

  1. We zijn met een stel bij Copa.
    Here 's a bunch of us at the Copa.
  2. Ik stel bij deze Mustafa Fazil aan je voor.
    I 'd like to introduce Mustafa Fazil.
  3. Ja, ze gaan het leukste stel bij Langford' s worden.
    Yes, they 're going to be the cutest couple at Langford 's.
  4. De oliedop bijstellen.
    He made me adjust his oil cap.
  5. De begroting bijstellen.
    Scale back our budget.
  6. Schildharmonie bijstellen ter compensatie.
    Adjusting shield harmonics to compensate.
  7. Oké, bijstellen voor de wind.
    Okay, adjust for the wind.
  8. Dat doet je prioriteiten bijstellen.
    It makes you reexamine your priorities.
  9. Ik zal uw remmen bijstellen.
    I shall reline your brakes.
  10. Dat moet hij dan bijstellen.
    He 'll have to adjust.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden