Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bijeenbrengen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bijeengebracht

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik breng bijeen
jij brengt bijeen
hij brengt bijeen
wij brengen bijeen
jullie brengen bijeen
zij brengen bijeen

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik bijeenbreng
dat jij bijeenbrengt
dat hij bijeenbrengt
dat wij bijeenbrengen
dat jullie bijeenbrengen
dat zij bijeenbrengen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bijeengebracht
jij hebt bijeengebracht
hij heeft bijeengebracht
wij hebben bijeengebracht
jullie hebben bijeengebracht
zij hebben bijeengebracht

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bracht bijeen
jij bracht bijeen
hij bracht bijeen
wij brachten bijeen
jullie brachten bijeen
zij brachten bijeen

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik bijeenbracht
dat jij bijeenbracht
dat hij bijeenbracht
dat wij bijeenbrachten
dat jullie bijeenbrachten
dat zij bijeenbrachten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bijeengebracht
jij had bijeengebracht
hij had bijeengebracht
wij hadden bijeengebracht
jullie hadden bijeengebracht
zij hadden bijeengebracht

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bijeenbrengen
jij zult bijeenbrengen
hij zal bijeenbrengen
wij zullen bijeenbrengen
jullie zullen bijeenbrengen
zij zullen bijeenbrengen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bijeengebracht hebben
jij zult bijeengebracht hebben
hij zal bijeengebracht hebben
wij zullen bijeengebracht hebben
jullie zullen bijeengebracht hebben
zij zullen bijeengebracht hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bijeenbrengen
jij zou bijeenbrengen
hij zou bijeenbrengen
wij zouden bijeenbrengen
jullie zouden bijeenbrengen
zij zouden bijeenbrengen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bijeengebracht hebben
jij zou bijeengebracht hebben
hij zou bijeengebracht hebben
wij zouden bijeengebracht hebben
jullie zouden bijeengebracht hebben
zij zouden bijeengebracht hebben

Gebiedende wijs
breng bijeen

Aanvoegende wijs
bijeenbrenge

Voorbeelden

  1. Onze vorstenuizen bijeenbrengen.
    Make an alliance between our two kingdoms.
  2. Het zal zichzelf nooit meer bijeenbrengen.
    It 's never going to gather itself back together again.
  3. Pritchard wilde gewoon zoveel mogelijk drugs bijeenbrengen als hij kon.
    Pritchard just wanted to get together as much product as he can.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden