Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bijboeken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bijgeboekt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik boek bij
jij boekt bij
hij boekt bij
wij boeken bij
jullie boeken bij
zij boeken bij

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik bijboek
dat jij bijboekt
dat hij bijboekt
dat wij bijboeken
dat jullie bijboeken
dat zij bijboeken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bijgeboekt
jij hebt bijgeboekt
hij heeft bijgeboekt
wij hebben bijgeboekt
jullie hebben bijgeboekt
zij hebben bijgeboekt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik boekte bij
jij boekte bij
hij boekte bij
wij boekten bij
jullie boekten bij
zij boekten bij

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik bijboekte
dat jij bijboekte
dat hij bijboekte
dat wij bijboekten
dat jullie bijboekten
dat zij bijboekten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bijgeboekt
jij had bijgeboekt
hij had bijgeboekt
wij hadden bijgeboekt
jullie hadden bijgeboekt
zij hadden bijgeboekt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bijboeken
jij zult bijboeken
hij zal bijboeken
wij zullen bijboeken
jullie zullen bijboeken
zij zullen bijboeken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bijgeboekt hebben
jij zult bijgeboekt hebben
hij zal bijgeboekt hebben
wij zullen bijgeboekt hebben
jullie zullen bijgeboekt hebben
zij zullen bijgeboekt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bijboeken
jij zou bijboeken
hij zou bijboeken
wij zouden bijboeken
jullie zouden bijboeken
zij zouden bijboeken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bijgeboekt hebben
jij zou bijgeboekt hebben
hij zou bijgeboekt hebben
wij zouden bijgeboekt hebben
jullie zouden bijgeboekt hebben
zij zouden bijgeboekt hebben

Gebiedende wijs
boek bij

Aanvoegende wijs
bijboeke

Voorbeelden

  1. Heb je het boek bij?
    You have the book?
  2. lk heb een boek bij me.
    I brought a book.
  3. Er zat een nep boek bij.
    It was a fake book.
  4. Alsof iemand hun boek bij heeft.
    Like anyone brought their books.
  5. Zolang ik een goed boek bij me heb.
    As long as I have the good book to guide me.
  6. Meneer Brown heeft altijd een boek bij zich.
    Mr. Brown always carries a book with him.
  7. Meneer Brown heeft altijd een boek bij zich.
    Mr Brown always carries a book with him.
  8. Het staat allemaal in het boek bij de kassa.
    It 's all in the book by the till.
  9. Logisch dat Jarod het boek bij de acupuncteur liet.
    No wonderJarod left the notebook with the acupuncturist.
  10. Hij had het boek bij zich toen hij opgepakt werd.
    He was carrying the book with him when he was arrested.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden