Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bijbenen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bijgebeend

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik been bij
jij beent bij
hij beent bij
wij benen bij
jullie benen bij
zij benen bij

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik bijbeen
dat jij bijbeent
dat hij bijbeent
dat wij bijbenen
dat jullie bijbenen
dat zij bijbenen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bijgebeend
jij hebt bijgebeend
hij heeft bijgebeend
wij hebben bijgebeend
jullie hebben bijgebeend
zij hebben bijgebeend

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik beende bij
jij beende bij
hij beende bij
wij beenden bij
jullie beenden bij
zij beenden bij

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik bijbeende
dat jij bijbeende
dat hij bijbeende
dat wij bijbeenden
dat jullie bijbeenden
dat zij bijbeenden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bijgebeend
jij had bijgebeend
hij had bijgebeend
wij hadden bijgebeend
jullie hadden bijgebeend
zij hadden bijgebeend

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bijbenen
jij zult bijbenen
hij zal bijbenen
wij zullen bijbenen
jullie zullen bijbenen
zij zullen bijbenen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bijgebeend hebben
jij zult bijgebeend hebben
hij zal bijgebeend hebben
wij zullen bijgebeend hebben
jullie zullen bijgebeend hebben
zij zullen bijgebeend hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bijbenen
jij zou bijbenen
hij zou bijbenen
wij zouden bijbenen
jullie zouden bijbenen
zij zouden bijbenen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bijgebeend hebben
jij zou bijgebeend hebben
hij zou bijgebeend hebben
wij zouden bijgebeend hebben
jullie zouden bijgebeend hebben
zij zouden bijgebeend hebben

Gebiedende wijs
been bij

Aanvoegende wijs
bijbene

Voorbeelden

  1. We vonden een been bij het hek.
    We found a leg over against the fence.
  2. Ik brak m' n been bij trainen, zak.
    I hurt my leg training, you moron.
  3. In Godsnaam, een stuk metaal houdt je been bij elkaar!
    For Christ 's sake, you 've got a piece of metal holding your leg together!
  4. Toen ik 13 was, brak ik mijn been bij het voetbal.
    When I was 13, I broke my leg in football.
  5. Kostte me een arm en een been bij de kapster, maar het is het waard.
    Cost me an arm and leg at the salon, but totally worth it.
  6. Kom op jongens bijbenen.
    Come on guys keep up.
  7. Kan het niet bijbenen.
    Can 't take the pace.
  8. Ik kan nooit bijbenen.
    I can never keep up.
  9. Ik kan je niet bijbenen.
    I can 't keep up.
  10. Ik kan het niet bijbenen.
    I cannot keep up with it.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden