NL: bewonderen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
bewonderd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik bewonder jij bewondert hij bewondert wij bewonderen jullie bewonderen zij bewonderen
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb bewonderd jij hebt bewonderd hij heeft bewonderd wij hebben bewonderd jullie hebben bewonderd zij hebben bewonderd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik bewonderde jij bewonderde hij bewonderde wij bewonderden jullie bewonderden zij bewonderden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had bewonderd jij had bewonderd hij had bewonderd wij hadden bewonderd jullie hadden bewonderd zij hadden bewonderd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal bewonderen jij zult bewonderen hij zal bewonderen wij zullen bewonderen jullie zullen bewonderen zij zullen bewonderen
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal bewonderd hebben jij zult bewonderd hebben hij zal bewonderd hebben wij zullen bewonderd hebben jullie zullen bewonderd hebben zij zullen bewonderd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou bewonderen jij zou bewonderen hij zou bewonderen wij zouden bewonderen jullie zouden bewonderen zij zouden bewonderen
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou bewonderd hebben jij zou bewonderd hebben hij zou bewonderd hebben wij zouden bewonderd hebben jullie zouden bewonderd hebben zij zouden bewonderd hebben
|
| Gebiedende wijs |
bewonder
|
| Aanvoegende wijs |
| bewondere |