Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bevoordelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bevoordeeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bevoordeel
jij bevoordeelt
hij bevoordeelt
wij bevoordelen
jullie bevoordelen
zij bevoordelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bevoordeeld
jij hebt bevoordeeld
hij heeft bevoordeeld
wij hebben bevoordeeld
jullie hebben bevoordeeld
zij hebben bevoordeeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bevoordeelde
jij bevoordeelde
hij bevoordeelde
wij bevoordeelden
jullie bevoordeelden
zij bevoordeelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bevoordeeld
jij had bevoordeeld
hij had bevoordeeld
wij hadden bevoordeeld
jullie hadden bevoordeeld
zij hadden bevoordeeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bevoordelen
jij zult bevoordelen
hij zal bevoordelen
wij zullen bevoordelen
jullie zullen bevoordelen
zij zullen bevoordelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bevoordeeld hebben
jij zult bevoordeeld hebben
hij zal bevoordeeld hebben
wij zullen bevoordeeld hebben
jullie zullen bevoordeeld hebben
zij zullen bevoordeeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bevoordelen
jij zou bevoordelen
hij zou bevoordelen
wij zouden bevoordelen
jullie zouden bevoordelen
zij zouden bevoordelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bevoordeeld hebben
jij zou bevoordeeld hebben
hij zou bevoordeeld hebben
wij zouden bevoordeeld hebben
jullie zouden bevoordeeld hebben
zij zouden bevoordeeld hebben

Gebiedende wijs
bevoordeel

Aanvoegende wijs
bevoordele

Voorbeelden

  1. We bevoordelen je steeds.
    You 're always favored.
  2. Het zou uw carrière bevoordelen.
    It would benefit your career.
  3. Je hoeft hem niet te bevoordelen.
    Don 't do him any favors you don 't want to.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden