Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bevoelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bevoeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bevoel
jij bevoelt
hij bevoelt
wij bevoelen
jullie bevoelen
zij bevoelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bevoeld
jij hebt bevoeld
hij heeft bevoeld
wij hebben bevoeld
jullie hebben bevoeld
zij hebben bevoeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bevoelde
jij bevoelde
hij bevoelde
wij bevoelden
jullie bevoelden
zij bevoelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bevoeld
jij had bevoeld
hij had bevoeld
wij hadden bevoeld
jullie hadden bevoeld
zij hadden bevoeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bevoelen
jij zult bevoelen
hij zal bevoelen
wij zullen bevoelen
jullie zullen bevoelen
zij zullen bevoelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bevoeld hebben
jij zult bevoeld hebben
hij zal bevoeld hebben
wij zullen bevoeld hebben
jullie zullen bevoeld hebben
zij zullen bevoeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bevoelen
jij zou bevoelen
hij zou bevoelen
wij zouden bevoelen
jullie zouden bevoelen
zij zouden bevoelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bevoeld hebben
jij zou bevoeld hebben
hij zou bevoeld hebben
wij zouden bevoeld hebben
jullie zouden bevoeld hebben
zij zouden bevoeld hebben

Gebiedende wijs
bevoel

Aanvoegende wijs
bevoele

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden