Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bevochten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bevocht

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bevocht
jij bevocht
hij bevocht
wij bevochten
jullie bevochten
zij bevochten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bevocht
jij hebt bevocht
hij heeft bevocht
wij hebben bevocht
jullie hebben bevocht
zij hebben bevocht

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bevochtte
jij bevochtte
hij bevochtte
wij bevochtten
jullie bevochtten
zij bevochtten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bevocht
jij had bevocht
hij had bevocht
wij hadden bevocht
jullie hadden bevocht
zij hadden bevocht

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bevochten
jij zult bevochten
hij zal bevochten
wij zullen bevochten
jullie zullen bevochten
zij zullen bevochten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bevocht hebben
jij zult bevocht hebben
hij zal bevocht hebben
wij zullen bevocht hebben
jullie zullen bevocht hebben
zij zullen bevocht hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bevochten
jij zou bevochten
hij zou bevochten
wij zouden bevochten
jullie zouden bevochten
zij zouden bevochten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bevocht hebben
jij zou bevocht hebben
hij zou bevocht hebben
wij zouden bevocht hebben
jullie zouden bevocht hebben
zij zouden bevocht hebben

Gebiedende wijs
bevocht

Aanvoegende wijs
bevochte

Voorbeelden

  1. Hij bevocht het Erymanthische zwijn.
    He battled the Erymanthean Boar!
  2. Hij bevocht zijn vijanden levenslang.
    And he spent a lifetime fighting its enemies.
  3. Ik bevocht het zolang ik kon.
    I fought it for as long as I could.
  4. We zagen hoe zij ze bevocht.
    We saw how she fought them.
  5. Ik bevocht vuur met vuur en verbrandde me.
    I fought fire with fire and got burned.
  6. Vergeten door je ouders, bevocht en zocht je herkenning.
    Forgotten by your parents, you fought and searched for recognition.
  7. Veertig dagen en veertig nachten lang bevocht Hij de demonen.
    For forty days and forty nights he fought the demons.
  8. Dagen zijn voorbij dat je me bevocht met aankomende vaardigheid.
    Days past you fought me with something approaching skill.
  9. Mijn vader bevocht Rome 40 jaar eerder en we werden verslagen.
    My father fought Rome 40 years earlier and we were defeated.
  10. Hij is al geen majoor Rogers sinds hij de Fransen en hun Indianen bevocht.
    He hasn 't been Major Rogers since he fought the French and their native allies.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden