Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bevinden

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bevonden

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bevind
jij bevindt
hij bevindt
wij bevinden
jullie bevinden
zij bevinden

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bevonden
jij hebt bevonden
hij heeft bevonden
wij hebben bevonden
jullie hebben bevonden
zij hebben bevonden

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bevond
jij bevond
hij bevond
wij bevonden
jullie bevonden
zij bevonden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bevonden
jij had bevonden
hij had bevonden
wij hadden bevonden
jullie hadden bevonden
zij hadden bevonden

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bevinden
jij zult bevinden
hij zal bevinden
wij zullen bevinden
jullie zullen bevinden
zij zullen bevinden

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bevonden hebben
jij zult bevonden hebben
hij zal bevonden hebben
wij zullen bevonden hebben
jullie zullen bevonden hebben
zij zullen bevonden hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bevinden
jij zou bevinden
hij zou bevinden
wij zouden bevinden
jullie zouden bevinden
zij zouden bevinden

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bevonden hebben
jij zou bevonden hebben
hij zou bevonden hebben
wij zouden bevonden hebben
jullie zouden bevonden hebben
zij zouden bevonden hebben

Gebiedende wijs
bevind

Aanvoegende wijs
bevinde

Voorbeelden

  1. Waar bevind je je?
    What is your location?
  2. Bevind het antwoord zich daar?
    Is that where the answer is?
  3. Krista bevind zich op de afgrond.
    Girl 's on a knife 's edge.
  4. Je bevind je op dun ijs...
    You are on thin ice...
  5. Lars, ik bevind me achter jou.
    Lars, I 'm behind you.
  6. Ik bevind me in de stad.
    I 'm right in town.
  7. Je bevind je op glad ijs.
    This feels like a slippery slope.
  8. De derde aanklacht, hoe bevind u?
    On the third count, how do you find?
  9. Weet jij waar Hotel Meurice zich bevind.
    Could you tell me where the Hotel Meurice is?
  10. de tumor bevind zich in de lever.
    The tumor 's in her liver.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden