Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: beuken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebeukt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik beuk
jij beukt
hij beukt
wij beuken
jullie beuken
zij beuken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebeukt
jij hebt gebeukt
hij heeft gebeukt
wij hebben gebeukt
jullie hebben gebeukt
zij hebben gebeukt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik beukte
jij beukte
hij beukte
wij beukten
jullie beukten
zij beukten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebeukt
jij had gebeukt
hij had gebeukt
wij hadden gebeukt
jullie hadden gebeukt
zij hadden gebeukt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal beuken
jij zult beuken
hij zal beuken
wij zullen beuken
jullie zullen beuken
zij zullen beuken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebeukt hebben
jij zult gebeukt hebben
hij zal gebeukt hebben
wij zullen gebeukt hebben
jullie zullen gebeukt hebben
zij zullen gebeukt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou beuken
jij zou beuken
hij zou beuken
wij zouden beuken
jullie zouden beuken
zij zouden beuken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebeukt hebben
jij zou gebeukt hebben
hij zou gebeukt hebben
wij zouden gebeukt hebben
jullie zouden gebeukt hebben
zij zouden gebeukt hebben

Gebiedende wijs
beuk

Aanvoegende wijs
beuke

Voorbeelden

  1. De beuk erin, jongens.
    Move those buns, fellas.
  2. Beuk er gewoon doorheen.
    Just bust through.
  3. Beuk die poort plat!
    Smash those gates.
  4. Hier moet de beuk in.
    l 'll have to do a root canal.
  5. Kom, beuk hem maar in.
    Go on, just break it down.
  6. Waarom vind je ons niet beuk?
    Why don 't you bu-bu-bu- - bike us?
  7. Ik beuk en ik beuk totdat ik het geld los heb waar je recht op hebt.
    I 'll pound and pound away till I 've nailed down the cash you 've got coming.
  8. Beuk de deur in als het moet.
    Break down the door if you have to.
  9. Oké, kom op, de beuk erin, jongens.
    All right, let 's go. Just hit it, boys.
  10. Ik zou het meenemen naar Beuk Stad.
    I would just take that to Pound Town.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden