Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

DE: betreffen
NL: betreffen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
betroffen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik betref
jij betreft
hij betreft
wij betreffen
jullie betreffen
zij betreffen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb betroffen
jij hebt betroffen
hij heeft betroffen
wij hebben betroffen
jullie hebben betroffen
zij hebben betroffen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik betrof
jij betrof
hij betrof
wij betroffen
jullie betroffen
zij betroffen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had betroffen
jij had betroffen
hij had betroffen
wij hadden betroffen
jullie hadden betroffen
zij hadden betroffen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal betreffen
jij zult betreffen
hij zal betreffen
wij zullen betreffen
jullie zullen betreffen
zij zullen betreffen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal betroffen hebben
jij zult betroffen hebben
hij zal betroffen hebben
wij zullen betroffen hebben
jullie zullen betroffen hebben
zij zullen betroffen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou betreffen
jij zou betreffen
hij zou betreffen
wij zouden betreffen
jullie zouden betreffen
zij zouden betreffen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou betroffen hebben
jij zou betroffen hebben
hij zou betroffen hebben
wij zouden betroffen hebben
jullie zouden betroffen hebben
zij zouden betroffen hebben

Gebiedende wijs
betref

Aanvoegende wijs
betreffe

Voorbeelden

  1. De aanklachten betreffen hem ook.
    The charges apply to him as well.
  2. Voor zover het zijn antwoorden betreffen.
    At least of what he 's saying he did.
  3. De bloed - en urinetest betreffen moleculaire samenstellingen.
    The blood and urine test will check for molecular compounds.
  4. The Ripper, de Krays, en sommige betreffen jouw zaken.
    The Ripper, the Krays, and some of them concern your cases.
  5. De autoriteiten schatten dat de fraude miljarden dollars kan betreffen.
    Federal authorities estimate fraud allegations could total billions of dollars.
  6. We moeten alleen maar onszelf betreffen met de Daily Chronicle.
    We need only concern ourselves with the Daily Chronicle.
  7. En deze kiezer, heeft hij nog andere zaken die hem betreffen?
    And this constituent, does he have any other matters that concern him?


DE: betreffen    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Partizip Perfekt & Präsens
betroffen
betreffend

Indikativ Präsens
ich betreffe
du betriffst
er betrifft
wir betreffen
ihr betrefft
sie; Sie betreffen

Indikativ Perfekt
ich habe betroffen
du hast betroffen
er hat betroffen
wir haben betroffen
ihr habt betroffen
sie; Sie haben betroffen

Indikativ Präteritum
ich betraf
du betrafst
er betraf
wir betrafen
ihr betraft
sie; Sie betrafen

Indikativ Plusquamperfekt
ich hatte betroffen
du hattest betroffen
er hatte betroffen
wir hatten betroffen
ihr hattet betroffen
sie; Sie hatten betroffen

Indikativ Futur I
ich werde betreffen
du wirst betreffen
er wird betreffen
wir werden betreffen
ihr werdet betreffen
sie; Sie werden betreffen

Indikativ Futur II
ich werde betroffen haben
du wirst betroffen haben
er wird betroffen haben
wir werden betroffen haben
ihr werdet betroffen haben
sie; Sie werden betroffen haben

Konjunktiv I Präsens
ich betreffe
du betreffest
er betreffe
wir betreffen
ihr betreffet
sie; Sie betreffen

Konjunktiv I Perfekt
ich habe betroffen
du habest betroffen
er habe betroffen
wir haben betroffen
ihr habet betroffen
sie; Sie haben betroffen

Konjunktiv II Präsens
ich beträfe
du beträfest
er beträfe
wir beträfen
ihr beträfet
sie; Sie beträfen

Konjunktiv II Perfekt
ich hätte betroffen
du hättest betroffen
er hätte betroffen
wir hätten betroffen
ihr hättet betroffen
sie; Sie hätten betroffen

Konjunktiv II Futur I
ich würde betreffen
du würdest betreffen
er würde betreffen
wir würden betreffen
ihr würdet betreffen
sie; Sie würden betreffen

Konjunktiv II Futur II
ich würde betroffen haben
du würdest betroffen haben
er würde betroffen haben
wir würden betroffen haben
ihr würdet betroffen haben
sie; Sie würden betroffen haben

der Imperativ
du betriff


Voorbeelden

  1. Gossip Girl Betreff:
    Gossip Girl Onderwerp:
  2. Daniel Cleaver Betreff:
    Daniel Cleaver Onderwerp:
  3. Betreff: William Fuller.
    Juridisch assistent.
  4. Das war der Betreff?
    Dat was het onderwerp?
  5. Betreffen nicht das Geschäft.
    Staat los van' t zakelijke.
  6. Die bedeutendsten Unterschiede betreffen:
    De grootste verschillen hebben te maken met:
  7. Nichts auf die Sie betreffen.
    Niets om je zorgen over te maken.
  8. Sie betreffen nur dein Gewissen.
    Ze zijn jouw geweten.
  9. Wie uns das betreffen würde?
    Aan wat dit met ons zou doen?
  10. weil sie das Cholesterin betreffen.
    omdat de verzadigde vetten daar gekoppeld zijn aan cholesterol.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden