Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: beteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebeterd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik beter
jij betert
hij betert
wij beteren
jullie beteren
zij beteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebeterd
jij hebt gebeterd
hij heeft gebeterd
wij hebben gebeterd
jullie hebben gebeterd
zij hebben gebeterd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik beterde
jij beterde
hij beterde
wij beterden
jullie beterden
zij beterden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebeterd
jij had gebeterd
hij had gebeterd
wij hadden gebeterd
jullie hadden gebeterd
zij hadden gebeterd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal beteren
jij zult beteren
hij zal beteren
wij zullen beteren
jullie zullen beteren
zij zullen beteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebeterd hebben
jij zult gebeterd hebben
hij zal gebeterd hebben
wij zullen gebeterd hebben
jullie zullen gebeterd hebben
zij zullen gebeterd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou beteren
jij zou beteren
hij zou beteren
wij zouden beteren
jullie zouden beteren
zij zouden beteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebeterd hebben
jij zou gebeterd hebben
hij zou gebeterd hebben
wij zouden gebeterd hebben
jullie zouden gebeterd hebben
zij zouden gebeterd hebben

Gebiedende wijs
beter

Aanvoegende wijs
betere

Voorbeelden

  1. Het wordt hier als maar beteren beter.
    Things are really starting to look up around here.
  2. Beter, absoluut beter.
    Better, definitely better
  3. Beter, maar niet beter.
    Better, but not... better.
  4. Beter, iedere keer beter!
    Better. Every time better!
  5. Beter eten, beter uitzicht.
    Better food, better view...
  6. Het wordt beter en beter.
    It just gets better and better.
  7. Veel beter, meisje, stukken beter.
    More better, girl, much more better.
  8. Het wordt beter en beter.
    It gets better and better.
  9. al beter, al weer beter.
    All better, all better.
  10. Het wordt beter en beter.
    This gets better and better.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden