Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bestemmen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bestemd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bestem
jij bestemt
hij bestemt
wij bestemmen
jullie bestemmen
zij bestemmen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bestemd
jij hebt bestemd
hij heeft bestemd
wij hebben bestemd
jullie hebben bestemd
zij hebben bestemd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bestemde
jij bestemde
hij bestemde
wij bestemden
jullie bestemden
zij bestemden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bestemd
jij had bestemd
hij had bestemd
wij hadden bestemd
jullie hadden bestemd
zij hadden bestemd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bestemmen
jij zult bestemmen
hij zal bestemmen
wij zullen bestemmen
jullie zullen bestemmen
zij zullen bestemmen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bestemd hebben
jij zult bestemd hebben
hij zal bestemd hebben
wij zullen bestemd hebben
jullie zullen bestemd hebben
zij zullen bestemd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bestemmen
jij zou bestemmen
hij zou bestemmen
wij zouden bestemmen
jullie zouden bestemmen
zij zouden bestemmen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bestemd hebben
jij zou bestemd hebben
hij zou bestemd hebben
wij zouden bestemd hebben
jullie zouden bestemd hebben
zij zouden bestemd hebben

Gebiedende wijs
bestem

Aanvoegende wijs
bestemme

Voorbeelden

  1. Caxton wil' r ravijn anders laten bestemmen... zodat ze er kan bouwen.
    Caxton wants a zoning variance on Wyler 's canyon so she can build houses there.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden