Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: besprenkelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
besprenkeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik besprenkel
jij besprenkelt
hij besprenkelt
wij besprenkelen
jullie besprenkelen
zij besprenkelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb besprenkeld
jij hebt besprenkeld
hij heeft besprenkeld
wij hebben besprenkeld
jullie hebben besprenkeld
zij hebben besprenkeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik besprenkelde
jij besprenkelde
hij besprenkelde
wij besprenkelden
jullie besprenkelden
zij besprenkelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had besprenkeld
jij had besprenkeld
hij had besprenkeld
wij hadden besprenkeld
jullie hadden besprenkeld
zij hadden besprenkeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal besprenkelen
jij zult besprenkelen
hij zal besprenkelen
wij zullen besprenkelen
jullie zullen besprenkelen
zij zullen besprenkelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal besprenkeld hebben
jij zult besprenkeld hebben
hij zal besprenkeld hebben
wij zullen besprenkeld hebben
jullie zullen besprenkeld hebben
zij zullen besprenkeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou besprenkelen
jij zou besprenkelen
hij zou besprenkelen
wij zouden besprenkelen
jullie zouden besprenkelen
zij zouden besprenkelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou besprenkeld hebben
jij zou besprenkeld hebben
hij zou besprenkeld hebben
wij zouden besprenkeld hebben
jullie zouden besprenkeld hebben
zij zouden besprenkeld hebben

Gebiedende wijs
besprenkel

Aanvoegende wijs
besprenkele

Voorbeelden

  1. Ilana, besprenkel de man.
    Ilana, splash the guy.
  2. Deze besprenkel ik graag met een vijgen balsamico...
    I like to drizzle these with a fig balsamic...
  3. De enige reden dat ik hun kroost wilde besprenkelen.
    It 's the only reason I agreed to sprinkle their offspring.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden