Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bespiegelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bespiegeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bespiegel
jij bespiegelt
hij bespiegelt
wij bespiegelen
jullie bespiegelen
zij bespiegelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bespiegeld
jij hebt bespiegeld
hij heeft bespiegeld
wij hebben bespiegeld
jullie hebben bespiegeld
zij hebben bespiegeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bespiegelde
jij bespiegelde
hij bespiegelde
wij bespiegelden
jullie bespiegelden
zij bespiegelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bespiegeld
jij had bespiegeld
hij had bespiegeld
wij hadden bespiegeld
jullie hadden bespiegeld
zij hadden bespiegeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bespiegelen
jij zult bespiegelen
hij zal bespiegelen
wij zullen bespiegelen
jullie zullen bespiegelen
zij zullen bespiegelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bespiegeld hebben
jij zult bespiegeld hebben
hij zal bespiegeld hebben
wij zullen bespiegeld hebben
jullie zullen bespiegeld hebben
zij zullen bespiegeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bespiegelen
jij zou bespiegelen
hij zou bespiegelen
wij zouden bespiegelen
jullie zouden bespiegelen
zij zouden bespiegelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bespiegeld hebben
jij zou bespiegeld hebben
hij zou bespiegeld hebben
wij zouden bespiegeld hebben
jullie zouden bespiegeld hebben
zij zouden bespiegeld hebben

Gebiedende wijs
bespiegel

Aanvoegende wijs
bespiegele

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden