Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: beschimmelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
beschimmeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik beschimmel
jij beschimmelt
hij beschimmelt
wij beschimmelen
jullie beschimmelen
zij beschimmelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb beschimmeld
jij hebt beschimmeld
hij heeft beschimmeld
wij hebben beschimmeld
jullie hebben beschimmeld
zij hebben beschimmeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik beschimmelde
jij beschimmelde
hij beschimmelde
wij beschimmelden
jullie beschimmelden
zij beschimmelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had beschimmeld
jij had beschimmeld
hij had beschimmeld
wij hadden beschimmeld
jullie hadden beschimmeld
zij hadden beschimmeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal beschimmelen
jij zult beschimmelen
hij zal beschimmelen
wij zullen beschimmelen
jullie zullen beschimmelen
zij zullen beschimmelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal beschimmeld hebben
jij zult beschimmeld hebben
hij zal beschimmeld hebben
wij zullen beschimmeld hebben
jullie zullen beschimmeld hebben
zij zullen beschimmeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou beschimmelen
jij zou beschimmelen
hij zou beschimmelen
wij zouden beschimmelen
jullie zouden beschimmelen
zij zouden beschimmelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou beschimmeld hebben
jij zou beschimmeld hebben
hij zou beschimmeld hebben
wij zouden beschimmeld hebben
jullie zouden beschimmeld hebben
zij zouden beschimmeld hebben

Gebiedende wijs
beschimmel

Aanvoegende wijs
beschimmele

Voorbeelden

  1. Is je pak aan het beschimmelen?
    Is your suit mildewing?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden