Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: berusten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
berust

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik berust
jij berust
hij berust
wij berusten
jullie berusten
zij berusten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb berust
jij hebt berust
hij heeft berust
wij hebben berust
jullie hebben berust
zij hebben berust

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik berustte
jij berustte
hij berustte
wij berustten
jullie berustten
zij berustten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had berust
jij had berust
hij had berust
wij hadden berust
jullie hadden berust
zij hadden berust

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal berusten
jij zult berusten
hij zal berusten
wij zullen berusten
jullie zullen berusten
zij zullen berusten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal berust hebben
jij zult berust hebben
hij zal berust hebben
wij zullen berust hebben
jullie zullen berust hebben
zij zullen berust hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou berusten
jij zou berusten
hij zou berusten
wij zouden berusten
jullie zouden berusten
zij zouden berusten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou berust hebben
jij zou berust hebben
hij zou berust hebben
wij zouden berust hebben
jullie zouden berust hebben
zij zouden berust hebben

Gebiedende wijs
berust

Aanvoegende wijs
beruste

Voorbeelden

  1. Geheugen berust op associatie.
    Memory is a very associative thing.
  2. Dit berust op een misverstand.
    This is all a misunderstanding.
  3. Hun verdediging berust op coördinatie.
    Their defense relies on coordination.
  4. De ware macht berust bij de raad.
    The real power is in the council.
  5. Bretts hele verdediging berust op zijn alibi.
    Brett 's whole defense is his alibi.
  6. Deze verantwoordelijkheid berust bij haar directe leidinggevende.
    That responsibility rests with her immediate superior.
  7. Ik heb 20 jaar, ik berust me erin.
    I got 20 years, I 'm vested.
  8. Eigenlijk... berust zijn operatie op een geraffineerd computernetwerk.
    In fact... his operation relies on a sophisticated computer network.
  9. Het sociale bewustzijn berust op het herkennen van individuen.
    Social awareness relies on recognizing and remembering individuals.
  10. Onze toekomst berust op het bemachtigen van dat verrekte schilderij.
    Our very future rests on getting our hands on that blasted painting.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden