Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: beroepen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
beroepen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik beroep
jij beroept
hij beroept
wij beroepen
jullie beroepen
zij beroepen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb beroepen
jij hebt beroepen
hij heeft beroepen
wij hebben beroepen
jullie hebben beroepen
zij hebben beroepen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik beriep
jij beriep
hij beriep
wij beriepen
jullie beriepen
zij beriepen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had beroepen
jij had beroepen
hij had beroepen
wij hadden beroepen
jullie hadden beroepen
zij hadden beroepen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal beroepen
jij zult beroepen
hij zal beroepen
wij zullen beroepen
jullie zullen beroepen
zij zullen beroepen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal beroepen hebben
jij zult beroepen hebben
hij zal beroepen hebben
wij zullen beroepen hebben
jullie zullen beroepen hebben
zij zullen beroepen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou beroepen
jij zou beroepen
hij zou beroepen
wij zouden beroepen
jullie zouden beroepen
zij zouden beroepen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou beroepen hebben
jij zou beroepen hebben
hij zou beroepen hebben
wij zouden beroepen hebben
jullie zouden beroepen hebben
zij zouden beroepen hebben

Gebiedende wijs
beroep

Aanvoegende wijs
beroepe

Voorbeelden

  1. Beroep Manson, beroep Bundy, beroep Dahmer.
    Manson appeal. Bundy appeal. Dahmer appeal.
  2. Beroep: huisvrouw.
    Occupation: housewife
  3. Beroep: Drankengroothandel.
    Occupation: wholesale liquor.
  4. Marginaal beroep,
    Marginally actionable,
  5. medisch beroep
    health profession
  6. beroep aantekenen
    file/lodge an appeal
  7. Beroep polymeer ingenieur?
    Occupation polymer engineer?
  8. Een eenzaam beroep.
    Sounds like a lonely job.
  9. Beroep is uitgeput.
    Appeals are exhausted.
  10. Naam, beroep, confectiemaat?
    – Name, Trade, Confection?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden