Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bergbeklimmen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bergbeklommen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bergbeklim
jij bergbeklimt
hij bergbeklimt
wij bergbeklimmen
jullie bergbeklimmen
zij bergbeklimmen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bergbeklommen
jij hebt bergbeklommen
hij heeft bergbeklommen
wij hebben bergbeklommen
jullie hebben bergbeklommen
zij hebben bergbeklommen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bergbeklom
jij bergbeklom
hij bergbeklom
wij bergbeklommen
jullie bergbeklommen
zij bergbeklommen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bergbeklommen
jij had bergbeklommen
hij had bergbeklommen
wij hadden bergbeklommen
jullie hadden bergbeklommen
zij hadden bergbeklommen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bergbeklimmen
jij zult bergbeklimmen
hij zal bergbeklimmen
wij zullen bergbeklimmen
jullie zullen bergbeklimmen
zij zullen bergbeklimmen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bergbeklommen hebben
jij zult bergbeklommen hebben
hij zal bergbeklommen hebben
wij zullen bergbeklommen hebben
jullie zullen bergbeklommen hebben
zij zullen bergbeklommen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bergbeklimmen
jij zou bergbeklimmen
hij zou bergbeklimmen
wij zouden bergbeklimmen
jullie zouden bergbeklimmen
zij zouden bergbeklimmen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bergbeklommen hebben
jij zou bergbeklommen hebben
hij zou bergbeklommen hebben
wij zouden bergbeklommen hebben
jullie zouden bergbeklommen hebben
zij zouden bergbeklommen hebben

Gebiedende wijs
bergbeklim

Aanvoegende wijs
bergbeklimme

Voorbeelden

  1. Kamperen en bergbeklimmen.
    Camping and hiking.
  2. Dit is bergbeklimmen.
    This is slope climbing!
  3. Ga dan maar niet bergbeklimmen.
    Don 't go rock climbing.
  4. Ik deed' n beetje aan bergbeklimmen.
    Just a little mountain climbing.
  5. Vertel me een verhaal over bergbeklimmen.
    Tell me a story about climbing mountains.
  6. Nou, zij gaat... bergbeklimmen en skateboarden en snowboarden.
    Well, she 's the one who goes mountain climbing and skateboarding and snowboarding.
  7. Ik denk aan bergbeklimmen voor m' n vaders verjaardag.
    So for my dad 's birthday I 'm thinking rock climbing?
  8. Dus heb ik misschien mijn interesse in bergbeklimmen wat overdreven, om je...
    So I might 've overstated my interest in mountaineering just to, you know...

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden