Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: beredeneren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
beredeneerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik beredeneer
jij beredeneert
hij beredeneert
wij beredeneren
jullie beredeneren
zij beredeneren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb beredeneerd
jij hebt beredeneerd
hij heeft beredeneerd
wij hebben beredeneerd
jullie hebben beredeneerd
zij hebben beredeneerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik beredeneerde
jij beredeneerde
hij beredeneerde
wij beredeneerden
jullie beredeneerden
zij beredeneerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had beredeneerd
jij had beredeneerd
hij had beredeneerd
wij hadden beredeneerd
jullie hadden beredeneerd
zij hadden beredeneerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal beredeneren
jij zult beredeneren
hij zal beredeneren
wij zullen beredeneren
jullie zullen beredeneren
zij zullen beredeneren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal beredeneerd hebben
jij zult beredeneerd hebben
hij zal beredeneerd hebben
wij zullen beredeneerd hebben
jullie zullen beredeneerd hebben
zij zullen beredeneerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou beredeneren
jij zou beredeneren
hij zou beredeneren
wij zouden beredeneren
jullie zouden beredeneren
zij zouden beredeneren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou beredeneerd hebben
jij zou beredeneerd hebben
hij zou beredeneerd hebben
wij zouden beredeneerd hebben
jullie zouden beredeneerd hebben
zij zouden beredeneerd hebben

Gebiedende wijs
beredeneer

Aanvoegende wijs
beredenere

Voorbeelden

  1. Je droom is vrij simpel te beredeneren.
    This is a very common dream.
  2. Nee, ik probeer enkel te beredeneren wat Jean ervaren heeft.
    No, I 'm simply trying to reason what Jean may have experienced.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden