Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: beoordelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
beoordeeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik beoordeel
jij beoordeelt
hij beoordeelt
wij beoordelen
jullie beoordelen
zij beoordelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb beoordeeld
jij hebt beoordeeld
hij heeft beoordeeld
wij hebben beoordeeld
jullie hebben beoordeeld
zij hebben beoordeeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik beoordeelde
jij beoordeelde
hij beoordeelde
wij beoordeelden
jullie beoordeelden
zij beoordeelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had beoordeeld
jij had beoordeeld
hij had beoordeeld
wij hadden beoordeeld
jullie hadden beoordeeld
zij hadden beoordeeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal beoordelen
jij zult beoordelen
hij zal beoordelen
wij zullen beoordelen
jullie zullen beoordelen
zij zullen beoordelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal beoordeeld hebben
jij zult beoordeeld hebben
hij zal beoordeeld hebben
wij zullen beoordeeld hebben
jullie zullen beoordeeld hebben
zij zullen beoordeeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou beoordelen
jij zou beoordelen
hij zou beoordelen
wij zouden beoordelen
jullie zouden beoordelen
zij zouden beoordelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou beoordeeld hebben
jij zou beoordeeld hebben
hij zou beoordeeld hebben
wij zouden beoordeeld hebben
jullie zouden beoordeeld hebben
zij zouden beoordeeld hebben

Gebiedende wijs
beoordeel

Aanvoegende wijs
beoordele

Voorbeelden

  1. Beoordeel wapensysteem.
    Assess weapons system.
  2. Beoordeel je mij?
    Are you grading me?
  3. Beoordeel ze niet.
    Don 't judge them.
  4. Beoordeel je hem?
    Are you judging him?
  5. Ik beoordeel flexibel.
    I grade on a curve.
  6. Ik beoordeel niemand.
    I pass judgment on no one.
  7. Van nu af aan, Zal God beoordelen wat ik beoordeel.
    From now on, God values what I value.
  8. Beoordeel me niet, Zeddicus.
    Do not judge me, zeddicus.
  9. Ik beoordeel de situatie.
    I 'm assessing the situation.
  10. Ik beoordeel je niet.
    I 'm not judging you.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden