Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: benevelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
beneveld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik benevel
jij benevelt
hij benevelt
wij benevelen
jullie benevelen
zij benevelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb beneveld
jij hebt beneveld
hij heeft beneveld
wij hebben beneveld
jullie hebben beneveld
zij hebben beneveld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik benevelde
jij benevelde
hij benevelde
wij benevelden
jullie benevelden
zij benevelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had beneveld
jij had beneveld
hij had beneveld
wij hadden beneveld
jullie hadden beneveld
zij hadden beneveld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal benevelen
jij zult benevelen
hij zal benevelen
wij zullen benevelen
jullie zullen benevelen
zij zullen benevelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal beneveld hebben
jij zult beneveld hebben
hij zal beneveld hebben
wij zullen beneveld hebben
jullie zullen beneveld hebben
zij zullen beneveld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou benevelen
jij zou benevelen
hij zou benevelen
wij zouden benevelen
jullie zouden benevelen
zij zouden benevelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou beneveld hebben
jij zou beneveld hebben
hij zou beneveld hebben
wij zouden beneveld hebben
jullie zouden beneveld hebben
zij zouden beneveld hebben

Gebiedende wijs
benevel

Aanvoegende wijs
benevele

Voorbeelden

  1. Kan je compenseren, het gebied met verdoving benevelen.
    Can you compensate, flood the area with sedative?
  2. Ik vrees dat de pijnstillers, hoe prettig ze ook zijn, mijn intellect benevelen.
    I 'm afraid the painkillers, while pleasant, dull my intellect.
  3. Jeremy, ik weet hoe je je voelt. Maar laat dat niet je oordeel benevelen.
    Jeremy, I know how you 're feeling, but don 't let that cloud your judgment.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden