Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bemonsteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bemonsterd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bemonster
jij bemonstert
hij bemonstert
wij bemonsteren
jullie bemonsteren
zij bemonsteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bemonsterd
jij hebt bemonsterd
hij heeft bemonsterd
wij hebben bemonsterd
jullie hebben bemonsterd
zij hebben bemonsterd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bemonsterde
jij bemonsterde
hij bemonsterde
wij bemonsterden
jullie bemonsterden
zij bemonsterden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bemonsterd
jij had bemonsterd
hij had bemonsterd
wij hadden bemonsterd
jullie hadden bemonsterd
zij hadden bemonsterd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bemonsteren
jij zult bemonsteren
hij zal bemonsteren
wij zullen bemonsteren
jullie zullen bemonsteren
zij zullen bemonsteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bemonsterd hebben
jij zult bemonsterd hebben
hij zal bemonsterd hebben
wij zullen bemonsterd hebben
jullie zullen bemonsterd hebben
zij zullen bemonsterd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bemonsteren
jij zou bemonsteren
hij zou bemonsteren
wij zouden bemonsteren
jullie zouden bemonsteren
zij zouden bemonsteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bemonsterd hebben
jij zou bemonsterd hebben
hij zou bemonsterd hebben
wij zouden bemonsterd hebben
jullie zouden bemonsterd hebben
zij zouden bemonsterd hebben

Gebiedende wijs
bemonster

Aanvoegende wijs
bemonstere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden