Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bemiddelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bemiddeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bemiddel
jij bemiddelt
hij bemiddelt
wij bemiddelen
jullie bemiddelen
zij bemiddelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bemiddeld
jij hebt bemiddeld
hij heeft bemiddeld
wij hebben bemiddeld
jullie hebben bemiddeld
zij hebben bemiddeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bemiddelde
jij bemiddelde
hij bemiddelde
wij bemiddelden
jullie bemiddelden
zij bemiddelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bemiddeld
jij had bemiddeld
hij had bemiddeld
wij hadden bemiddeld
jullie hadden bemiddeld
zij hadden bemiddeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bemiddelen
jij zult bemiddelen
hij zal bemiddelen
wij zullen bemiddelen
jullie zullen bemiddelen
zij zullen bemiddelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bemiddeld hebben
jij zult bemiddeld hebben
hij zal bemiddeld hebben
wij zullen bemiddeld hebben
jullie zullen bemiddeld hebben
zij zullen bemiddeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bemiddelen
jij zou bemiddelen
hij zou bemiddelen
wij zouden bemiddelen
jullie zouden bemiddelen
zij zouden bemiddelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bemiddeld hebben
jij zou bemiddeld hebben
hij zou bemiddeld hebben
wij zouden bemiddeld hebben
jullie zouden bemiddeld hebben
zij zouden bemiddeld hebben

Gebiedende wijs
bemiddel

Aanvoegende wijs
bemiddele

Voorbeelden

  1. Alle mannen en vrouwen, heiligen van God... bemiddel voor ons.
    All ye men and women, saints of God make intercession for us.
  2. Rebecca moest altijd... bemiddelen.
    Rebecca constantly having to be the referee.
  3. Dus laat mij bemiddelen!
    So let me mediate!
  4. Iemand die kan bemiddelen
    Someone with the skills to intervene.
  5. Noem je dit bemiddelen?
    Is this what you meant by mediation?
  6. Maar misschien kan ik bemiddelen.
    But perhaps I can intercede.
  7. Er valt niets te bemiddelen.
    There 's nothing to mediate.
  8. Wie vindt bemiddelen nu nog niks?
    Who thinks peer mediating 's a joke now?
  9. Ik ga mee om te bemiddelen.
    I insist on mediating.
  10. Geen bemiddelen meer met je droommeid.
    I am through being a go-between for you and your dream girl.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden