Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bemeubelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bemeubeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bemeubel
jij bemeubelt
hij bemeubelt
wij bemeubelen
jullie bemeubelen
zij bemeubelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bemeubeld
jij hebt bemeubeld
hij heeft bemeubeld
wij hebben bemeubeld
jullie hebben bemeubeld
zij hebben bemeubeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bemeubelde
jij bemeubelde
hij bemeubelde
wij bemeubelden
jullie bemeubelden
zij bemeubelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bemeubeld
jij had bemeubeld
hij had bemeubeld
wij hadden bemeubeld
jullie hadden bemeubeld
zij hadden bemeubeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bemeubelen
jij zult bemeubelen
hij zal bemeubelen
wij zullen bemeubelen
jullie zullen bemeubelen
zij zullen bemeubelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bemeubeld hebben
jij zult bemeubeld hebben
hij zal bemeubeld hebben
wij zullen bemeubeld hebben
jullie zullen bemeubeld hebben
zij zullen bemeubeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bemeubelen
jij zou bemeubelen
hij zou bemeubelen
wij zouden bemeubelen
jullie zouden bemeubelen
zij zouden bemeubelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bemeubeld hebben
jij zou bemeubeld hebben
hij zou bemeubeld hebben
wij zouden bemeubeld hebben
jullie zouden bemeubeld hebben
zij zouden bemeubeld hebben

Gebiedende wijs
bemeubel

Aanvoegende wijs
bemeubele

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden