NL: bekokstoven U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
bekokstoofd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik bekokstoof jij bekokstooft hij bekokstooft wij bekokstoven jullie bekokstoven zij bekokstoven
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb bekokstoofd jij hebt bekokstoofd hij heeft bekokstoofd wij hebben bekokstoofd jullie hebben bekokstoofd zij hebben bekokstoofd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik bekokstoofde jij bekokstoofde hij bekokstoofde wij bekokstoofden jullie bekokstoofden zij bekokstoofden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had bekokstoofd jij had bekokstoofd hij had bekokstoofd wij hadden bekokstoofd jullie hadden bekokstoofd zij hadden bekokstoofd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal bekokstoven jij zult bekokstoven hij zal bekokstoven wij zullen bekokstoven jullie zullen bekokstoven zij zullen bekokstoven
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal bekokstoofd hebben jij zult bekokstoofd hebben hij zal bekokstoofd hebben wij zullen bekokstoofd hebben jullie zullen bekokstoofd hebben zij zullen bekokstoofd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou bekokstoven jij zou bekokstoven hij zou bekokstoven wij zouden bekokstoven jullie zouden bekokstoven zij zouden bekokstoven
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou bekokstoofd hebben jij zou bekokstoofd hebben hij zou bekokstoofd hebben wij zouden bekokstoofd hebben jullie zouden bekokstoofd hebben zij zouden bekokstoofd hebben
|
Gebiedende wijs |
bekokstoof
|
Aanvoegende wijs |
bekokstove |