Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bekoelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bekoeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bekoel
jij bekoelt
hij bekoelt
wij bekoelen
jullie bekoelen
zij bekoelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bekoeld
jij hebt bekoeld
hij heeft bekoeld
wij hebben bekoeld
jullie hebben bekoeld
zij hebben bekoeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bekoelde
jij bekoelde
hij bekoelde
wij bekoelden
jullie bekoelden
zij bekoelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bekoeld
jij had bekoeld
hij had bekoeld
wij hadden bekoeld
jullie hadden bekoeld
zij hadden bekoeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bekoelen
jij zult bekoelen
hij zal bekoelen
wij zullen bekoelen
jullie zullen bekoelen
zij zullen bekoelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bekoeld hebben
jij zult bekoeld hebben
hij zal bekoeld hebben
wij zullen bekoeld hebben
jullie zullen bekoeld hebben
zij zullen bekoeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bekoelen
jij zou bekoelen
hij zou bekoelen
wij zouden bekoelen
jullie zouden bekoelen
zij zouden bekoelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bekoeld hebben
jij zou bekoeld hebben
hij zou bekoeld hebben
wij zouden bekoeld hebben
jullie zouden bekoeld hebben
zij zouden bekoeld hebben

Gebiedende wijs
bekoel

Aanvoegende wijs
bekoele

Voorbeelden

  1. Laat het bekoelen, Caroline.
    Let things settle, Caroline.
  2. Oke, oke, laat het allemaal even bekoelen.
    Okay, okay, let 's just all take a breath.
  3. Ik wou dat je dit gewoon wat verder zou laten bekoelen.
    I just wish you 'd let this cool down more.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden