Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: beknotten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
beknot

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik beknot
jij beknot
hij beknot
wij beknotten
jullie beknotten
zij beknotten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb beknot
jij hebt beknot
hij heeft beknot
wij hebben beknot
jullie hebben beknot
zij hebben beknot

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik beknotte
jij beknotte
hij beknotte
wij beknotten
jullie beknotten
zij beknotten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had beknot
jij had beknot
hij had beknot
wij hadden beknot
jullie hadden beknot
zij hadden beknot

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal beknotten
jij zult beknotten
hij zal beknotten
wij zullen beknotten
jullie zullen beknotten
zij zullen beknotten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal beknot hebben
jij zult beknot hebben
hij zal beknot hebben
wij zullen beknot hebben
jullie zullen beknot hebben
zij zullen beknot hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou beknotten
jij zou beknotten
hij zou beknotten
wij zouden beknotten
jullie zouden beknotten
zij zouden beknotten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou beknot hebben
jij zou beknot hebben
hij zou beknot hebben
wij zouden beknot hebben
jullie zouden beknot hebben
zij zouden beknot hebben

Gebiedende wijs
beknot

Aanvoegende wijs
beknotte

Voorbeelden

  1. Ik heb nooit je vrijheid beknot.
    I never restricts your freedom.
  2. Je vindt het vast leuk om m' n creativiteit te beknotten.
    I 'm sure nothing gives you more pleasure than stifling my creativity.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden