Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bekladden

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
beklad

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik beklad
jij bekladt
hij bekladt
wij bekladden
jullie bekladden
zij bekladden

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb beklad
jij hebt beklad
hij heeft beklad
wij hebben beklad
jullie hebben beklad
zij hebben beklad

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bekladde
jij bekladde
hij bekladde
wij bekladden
jullie bekladden
zij bekladden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had beklad
jij had beklad
hij had beklad
wij hadden beklad
jullie hadden beklad
zij hadden beklad

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bekladden
jij zult bekladden
hij zal bekladden
wij zullen bekladden
jullie zullen bekladden
zij zullen bekladden

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal beklad hebben
jij zult beklad hebben
hij zal beklad hebben
wij zullen beklad hebben
jullie zullen beklad hebben
zij zullen beklad hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bekladden
jij zou bekladden
hij zou bekladden
wij zouden bekladden
jullie zouden bekladden
zij zouden bekladden

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou beklad hebben
jij zou beklad hebben
hij zou beklad hebben
wij zouden beklad hebben
jullie zouden beklad hebben
zij zouden beklad hebben

Gebiedende wijs
beklad

Aanvoegende wijs
bekladde

Voorbeelden

  1. Albert, krijgt Sean beklad.
    Albert, get Sean plastered.
  2. Ze hebben de hond beklad.
    That team painted our dog...
  3. En als hij de muren beklad?
    Even if he is painting on the walls?
  4. Bart, je hebt openbaar bezit beklad.
    Bart, you 've graffito-tagged public property.
  5. Waarom beklad je deze schildering niet?
    Why don 't you graffiti on this mural? Why don 't you do that?
  6. Datjoch dat' n auto had beklad?
    The American kid who graffitied a car?
  7. Die knaap heeft mijn winkel opnieuw beklad.
    That damn kid tagged my store again.
  8. Hooligans hebben de spiegel beklad met een stift.
    Hooligans have been writing graffiti on the mirror in permanent marker.
  9. Nee, we gaan haar auto bekladden.
    No, we 're gonna tag her car.
  10. En dat is voor het bekladden!
    And that 's for besmirching!

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden