Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bejubelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bejubeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bejubel
jij bejubelt
hij bejubelt
wij bejubelen
jullie bejubelen
zij bejubelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bejubeld
jij hebt bejubeld
hij heeft bejubeld
wij hebben bejubeld
jullie hebben bejubeld
zij hebben bejubeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bejubelde
jij bejubelde
hij bejubelde
wij bejubelden
jullie bejubelden
zij bejubelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bejubeld
jij had bejubeld
hij had bejubeld
wij hadden bejubeld
jullie hadden bejubeld
zij hadden bejubeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bejubelen
jij zult bejubelen
hij zal bejubelen
wij zullen bejubelen
jullie zullen bejubelen
zij zullen bejubelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bejubeld hebben
jij zult bejubeld hebben
hij zal bejubeld hebben
wij zullen bejubeld hebben
jullie zullen bejubeld hebben
zij zullen bejubeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bejubelen
jij zou bejubelen
hij zou bejubelen
wij zouden bejubelen
jullie zouden bejubelen
zij zouden bejubelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bejubeld hebben
jij zou bejubeld hebben
hij zou bejubeld hebben
wij zouden bejubeld hebben
jullie zouden bejubeld hebben
zij zouden bejubeld hebben

Gebiedende wijs
bejubel

Aanvoegende wijs
bejubele

Voorbeelden

  1. Ik bejubel het spektakel.
    I applaud the spectacle.
  2. Ik bejubel het verzenden van u naar hen.
    I am exulting sending them to you.
  3. Ik kan hen niet genoeg bejubelen.
    I Cannot Say Enough Good Things About Them.
  4. We bejubelen het gevoel, maar we veranderen niet.
    We applaud the sentiment, but we don 't change.
  5. Het kind Gods is geboren, Laten we allen zijn komst bejubelen!
    God 's child is born, Let 's all sing his coming.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden