Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: behelzen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
behelsd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik behels
jij behelst
hij behelst
wij behelzen
jullie behelzen
zij behelzen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb behelsd
jij hebt behelsd
hij heeft behelsd
wij hebben behelsd
jullie hebben behelsd
zij hebben behelsd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik behelsde
jij behelsde
hij behelsde
wij behelsden
jullie behelsden
zij behelsden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had behelsd
jij had behelsd
hij had behelsd
wij hadden behelsd
jullie hadden behelsd
zij hadden behelsd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal behelzen
jij zult behelzen
hij zal behelzen
wij zullen behelzen
jullie zullen behelzen
zij zullen behelzen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal behelsd hebben
jij zult behelsd hebben
hij zal behelsd hebben
wij zullen behelsd hebben
jullie zullen behelsd hebben
zij zullen behelsd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou behelzen
jij zou behelzen
hij zou behelzen
wij zouden behelzen
jullie zouden behelzen
zij zouden behelzen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou behelsd hebben
jij zou behelsd hebben
hij zou behelsd hebben
wij zouden behelsd hebben
jullie zouden behelsd hebben
zij zouden behelsd hebben

Gebiedende wijs
behels

Aanvoegende wijs
behelze

Voorbeelden

  1. Wat zal jouw nalatenschap behelzen?
    What will your legacy be?
  2. De uitdagingen behelzen meer dan voedsel zoeken.
    Life 's challenges are more than just finding food.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden