Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: beheersen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
beheerst

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik beheers
jij beheerst
hij beheerst
wij beheersen
jullie beheersen
zij beheersen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb beheerst
jij hebt beheerst
hij heeft beheerst
wij hebben beheerst
jullie hebben beheerst
zij hebben beheerst

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik beheerste
jij beheerste
hij beheerste
wij beheersten
jullie beheersten
zij beheersten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had beheerst
jij had beheerst
hij had beheerst
wij hadden beheerst
jullie hadden beheerst
zij hadden beheerst

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal beheersen
jij zult beheersen
hij zal beheersen
wij zullen beheersen
jullie zullen beheersen
zij zullen beheersen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal beheerst hebben
jij zult beheerst hebben
hij zal beheerst hebben
wij zullen beheerst hebben
jullie zullen beheerst hebben
zij zullen beheerst hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou beheersen
jij zou beheersen
hij zou beheersen
wij zouden beheersen
jullie zouden beheersen
zij zouden beheersen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou beheerst hebben
jij zou beheerst hebben
hij zou beheerst hebben
wij zouden beheerst hebben
jullie zouden beheerst hebben
zij zouden beheerst hebben

Gebiedende wijs
beheers

Aanvoegende wijs
beheerse

Voorbeelden

  1. Beheers de Witchblade, Beheers de wereld.
    Control the Witchblade, control the world.
  2. Beheers jezelf, Lasse.
    Get a grip, Lasse.
  3. Beheers jezelf, Tempelier.
    Compose yourself, Templar.
  4. Midori, beheers je.
    Midori, tone it down.
  5. Beheers het huis.
    Patrol the house.
  6. Beheers je emoties.
    Control your emotions.
  7. Beheers jezelf, Jackie!
    Get ahold of yourself, Jackie!
  8. Beheers u, mevrouw.
    Control yourself, madam.
  9. Beheers jezelf, allebei.
    Control yourselves, both of you.
  10. Beheers jezelf, oom.
    Compose yourself, Uncle.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden