Voorbeelden

1. Die Götter begünstigen ihn.
   De goden waren hem gunstig gezind.
2. Einige begünstigen sogar die Menschen.
   Sommigen steunen zelfs de mensen.
3. Sie begünstigen die kulturelle Vielfalt.
   Papa zegt dat ze de diversiteit bevorderen.
4. Mögen die Götter weiterhin mich begünstigen.
   Mogen de Goden doorgaan met het geven van gunsten.
5. Vielleicht werden die Götter Sie begünstigen.
   Misschien winnen ze de gunst van de goden.
6. Viele davon begünstigen die Primaten und Arborale.
   Velen zijn op de hand van de primaten en de Boomwezens.
7. Aber damit begünstigen wir nur weiteren Verfall.
   Maar dan loop je de kans dat alles verder rot.
8. Offenbar begünstigen die Götter weniger reife Pläne.
   De goden lijken minder volwassen voorkeuren te hebben.
9. Die Dissonanz kann eine Änderung in Ihrem Gedächtnis begünstigen.
   De dissonantie kan een verandering in je gedachten bevorderen.
10. Mögen die Götter dich weiter begünstigen und deinen Ruhm vermehren.
    Mogen de goden je gunstig gezind blijven en je roem vergroten.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden