Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: beglazen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
beglaasd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik beglaas
jij beglaast
hij beglaast
wij beglazen
jullie beglazen
zij beglazen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb beglaasd
jij hebt beglaasd
hij heeft beglaasd
wij hebben beglaasd
jullie hebben beglaasd
zij hebben beglaasd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik beglaasde
jij beglaasde
hij beglaasde
wij beglaasden
jullie beglaasden
zij beglaasden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had beglaasd
jij had beglaasd
hij had beglaasd
wij hadden beglaasd
jullie hadden beglaasd
zij hadden beglaasd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal beglazen
jij zult beglazen
hij zal beglazen
wij zullen beglazen
jullie zullen beglazen
zij zullen beglazen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal beglaasd hebben
jij zult beglaasd hebben
hij zal beglaasd hebben
wij zullen beglaasd hebben
jullie zullen beglaasd hebben
zij zullen beglaasd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou beglazen
jij zou beglazen
hij zou beglazen
wij zouden beglazen
jullie zouden beglazen
zij zouden beglazen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou beglaasd hebben
jij zou beglaasd hebben
hij zou beglaasd hebben
wij zouden beglaasd hebben
jullie zouden beglaasd hebben
zij zouden beglaasd hebben

Gebiedende wijs
beglaas

Aanvoegende wijs
beglaze

Voorbeelden

  1. Droog beglazen
    Dry glazing

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden