Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: beetnemen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
beetgenomen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik neem beet
jij neemt beet
hij neemt beet
wij nemen beet
jullie nemen beet
zij nemen beet

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik beetneem
dat jij beetneemt
dat hij beetneemt
dat wij beetnemen
dat jullie beetnemen
dat zij beetnemen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb beetgenomen
jij hebt beetgenomen
hij heeft beetgenomen
wij hebben beetgenomen
jullie hebben beetgenomen
zij hebben beetgenomen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik nam beet
jij nam beet
hij nam beet
wij namen beet
jullie namen beet
zij namen beet

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik beetnam
dat jij beetnam
dat hij beetnam
dat wij beetnamen
dat jullie beetnamen
dat zij beetnamen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had beetgenomen
jij had beetgenomen
hij had beetgenomen
wij hadden beetgenomen
jullie hadden beetgenomen
zij hadden beetgenomen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal beetnemen
jij zult beetnemen
hij zal beetnemen
wij zullen beetnemen
jullie zullen beetnemen
zij zullen beetnemen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal beetgenomen hebben
jij zult beetgenomen hebben
hij zal beetgenomen hebben
wij zullen beetgenomen hebben
jullie zullen beetgenomen hebben
zij zullen beetgenomen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou beetnemen
jij zou beetnemen
hij zou beetnemen
wij zouden beetnemen
jullie zouden beetnemen
zij zouden beetnemen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou beetgenomen hebben
jij zou beetgenomen hebben
hij zou beetgenomen hebben
wij zouden beetgenomen hebben
jullie zouden beetgenomen hebben
zij zouden beetgenomen hebben

Gebiedende wijs
neem beet

Aanvoegende wijs
beetneme

Voorbeelden

  1. Laat je niet beetnemen.
    You show all of them.
  2. Ze hebben me willen beetnemen.
    They 've been trying to fool me.
  3. Je kunt hem makkelijk beetnemen.
    You could always play jokes on him.
  4. Nu laat je jezelf beetnemen.
    Now you 're letting yourself be led.
  5. Maar dan blijft hij ons beetnemen.
    For him to fool us longer?
  6. Zorg dat die gekken jullie niet beetnemen.
    Don 't let the pranks fool you.
  7. Wow, John. Ik ben je aan het beetnemen.
    Wow, John, I 'm pulling your leg.
  8. Laat je niet beetnemen door deze gekke kat.
    Don 't go and be fooled by this crazy cat
  9. Omdat ik me niet laat beetnemen zoals de rest van jullie.
    I 'm just not fooled like the rest of you.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden