Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bedrukken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bedrukt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bedruk
jij bedrukt
hij bedrukt
wij bedrukken
jullie bedrukken
zij bedrukken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bedrukt
jij hebt bedrukt
hij heeft bedrukt
wij hebben bedrukt
jullie hebben bedrukt
zij hebben bedrukt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bedrukte
jij bedrukte
hij bedrukte
wij bedrukten
jullie bedrukten
zij bedrukten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bedrukt
jij had bedrukt
hij had bedrukt
wij hadden bedrukt
jullie hadden bedrukt
zij hadden bedrukt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bedrukken
jij zult bedrukken
hij zal bedrukken
wij zullen bedrukken
jullie zullen bedrukken
zij zullen bedrukken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bedrukt hebben
jij zult bedrukt hebben
hij zal bedrukt hebben
wij zullen bedrukt hebben
jullie zullen bedrukt hebben
zij zullen bedrukt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bedrukken
jij zou bedrukken
hij zou bedrukken
wij zouden bedrukken
jullie zouden bedrukken
zij zouden bedrukken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bedrukt hebben
jij zou bedrukt hebben
hij zou bedrukt hebben
wij zouden bedrukt hebben
jullie zouden bedrukt hebben
zij zouden bedrukt hebben

Gebiedende wijs
bedruk

Aanvoegende wijs
bedrukke

Voorbeelden

  1. Met deze foto' s kun je de kleding direct bedrukken.
    These digital pictures can be silk-screened right onto the swimwear.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden