Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bedrijven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bedreven

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bedrijf
jij bedrijft
hij bedrijft
wij bedrijven
jullie bedrijven
zij bedrijven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bedreven
jij hebt bedreven
hij heeft bedreven
wij hebben bedreven
jullie hebben bedreven
zij hebben bedreven

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bedreef
jij bedreef
hij bedreef
wij bedreven
jullie bedreven
zij bedreven

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bedreven
jij had bedreven
hij had bedreven
wij hadden bedreven
jullie hadden bedreven
zij hadden bedreven

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bedrijven
jij zult bedrijven
hij zal bedrijven
wij zullen bedrijven
jullie zullen bedrijven
zij zullen bedrijven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bedreven hebben
jij zult bedreven hebben
hij zal bedreven hebben
wij zullen bedreven hebben
jullie zullen bedreven hebben
zij zullen bedreven hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bedrijven
jij zou bedrijven
hij zou bedrijven
wij zouden bedrijven
jullie zouden bedrijven
zij zouden bedrijven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bedreven hebben
jij zou bedreven hebben
hij zou bedreven hebben
wij zouden bedreven hebben
jullie zouden bedreven hebben
zij zouden bedreven hebben

Gebiedende wijs
bedrijf

Aanvoegende wijs
bedrijve

Voorbeelden

  1. Bedrijf. Bedrijf.
    Business, business!
  2. Het is een bedrijf, net als andere bedrijven.
    It 's just a business, like any other business.
  3. 15 nieuwe bedrijven... 22 molens in volle bedrijf.
    15 new companies... 22 mills in full operation.
  4. Een geheim bedrijf binnen het bedrijf.
    A secret company inside the company.
  5. af bedrijf
    ex works
  6. Chemische bedrijf.
    Chemical company.
  7. Nee, je bedoelt was het bedrijf bedrijf.
    No, you mean it was company business.
  8. Ash, belangen buiten het bedrijf, hobby' s, vermaak, andere bedrijven.
    Ash, interests outside the company, hobbies, diversions, other businesses.
  9. Wat voor bedrijf?
    What was the company?
  10. Een bloeiend bedrijf.
    A prosperous business.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden