Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bedillen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bedild

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bedil
jij bedilt
hij bedilt
wij bedillen
jullie bedillen
zij bedillen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bedild
jij hebt bedild
hij heeft bedild
wij hebben bedild
jullie hebben bedild
zij hebben bedild

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bedilde
jij bedilde
hij bedilde
wij bedilden
jullie bedilden
zij bedilden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bedild
jij had bedild
hij had bedild
wij hadden bedild
jullie hadden bedild
zij hadden bedild

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bedillen
jij zult bedillen
hij zal bedillen
wij zullen bedillen
jullie zullen bedillen
zij zullen bedillen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bedild hebben
jij zult bedild hebben
hij zal bedild hebben
wij zullen bedild hebben
jullie zullen bedild hebben
zij zullen bedild hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bedillen
jij zou bedillen
hij zou bedillen
wij zouden bedillen
jullie zouden bedillen
zij zouden bedillen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bedild hebben
jij zou bedild hebben
hij zou bedild hebben
wij zouden bedild hebben
jullie zouden bedild hebben
zij zouden bedild hebben

Gebiedende wijs
bedil

Aanvoegende wijs
bedille

Voorbeelden

  1. Bedil me niet zo, Alex.
    Don 't patronise me, Alex.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden