Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: bebouwen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
bebouwd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bebouw
jij bebouwt
hij bebouwt
wij bebouwen
jullie bebouwen
zij bebouwen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb bebouwd
jij hebt bebouwd
hij heeft bebouwd
wij hebben bebouwd
jullie hebben bebouwd
zij hebben bebouwd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bebouwde
jij bebouwde
hij bebouwde
wij bebouwden
jullie bebouwden
zij bebouwden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had bebouwd
jij had bebouwd
hij had bebouwd
wij hadden bebouwd
jullie hadden bebouwd
zij hadden bebouwd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal bebouwen
jij zult bebouwen
hij zal bebouwen
wij zullen bebouwen
jullie zullen bebouwen
zij zullen bebouwen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal bebouwd hebben
jij zult bebouwd hebben
hij zal bebouwd hebben
wij zullen bebouwd hebben
jullie zullen bebouwd hebben
zij zullen bebouwd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou bebouwen
jij zou bebouwen
hij zou bebouwen
wij zouden bebouwen
jullie zouden bebouwen
zij zouden bebouwen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou bebouwd hebben
jij zou bebouwd hebben
hij zou bebouwd hebben
wij zouden bebouwd hebben
jullie zouden bebouwd hebben
zij zouden bebouwd hebben

Gebiedende wijs
bebouw

Aanvoegende wijs
bebouwe

Voorbeelden

  1. bebouwen
    build over
  2. bebouwen
    build up vaak pass.
  3. U bedoelt, u wil' t land zelf gaan bebouwen.
    You mean, you want to farm the land yourself.
  4. De kolonisten zijn welkom en mogen vee houden en het land bebouwen.
    The settlers are welcome and may cattle and cultivate the land.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden