1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. bead

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to bead    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
beading

Present simple (ott)
I bead
you bead
he beads
we bead
you bead
they bead

Present perfect (vtt)
I have beaded
you have beaded
he has beaded
we have beaded
you have beaded
they have beaded

Past Simple (ovt)
I beaded
you beaded
he beaded
we beaded
you beaded
they beaded

Past perfect (vvt)
I had beaded
you had beaded
he had beaded
we had beaded
you had beaded
they had beaded

Present future (ottt)
I will bead
you will bead
he will bead
we will bead
you will bead
they will bead

Present future perfect (vttt)
I will have beaded
you will have beaded
he will have beaded
we will have beaded
you will have beaded
they will have beaded

Past future (ovtt)
I would bead
you would bead
he would bead
we would bead
you would bead
they would bead

Past future perfect (vvtt)
I would have beaded
you would have beaded
he would have beaded
we would have beaded
you would have beaded
they would have beaded


Voorbeelden

  1. bead
    zoom
  2. bead
    kraal
  3. That bead and that bead and that bead, all loose.
    Dat kraaltje, dat kraaltje en dat kraaltje zit los.
  4. bead moulding
    kraallijst
  5. Bead blasting
    parelstralen
  6. glass bead test
    glaspareltest
  7. notch and bead
    keep en korrel
  8. sweat bead condition one (slang)
    sterk bezweet
  9. Each upper bead equals five.
    En elke bovenste aan vijf.
  10. I 'm gon' draw a bead.
    Ik geef je wat hagel.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try