NL: beachvolleyballen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gebeachvolleybald
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik beachvolleybal jij beachvolleybalt hij beachvolleybalt wij beachvolleyballen jullie beachvolleyballen zij beachvolleyballen
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gebeachvolleybald jij hebt gebeachvolleybald hij heeft gebeachvolleybald wij hebben gebeachvolleybald jullie hebben gebeachvolleybald zij hebben gebeachvolleybald
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik beachvolleybalde jij beachvolleybalde hij beachvolleybalde wij beachvolleybalden jullie beachvolleybalden zij beachvolleybalden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gebeachvolleybald jij had gebeachvolleybald hij had gebeachvolleybald wij hadden gebeachvolleybald jullie hadden gebeachvolleybald zij hadden gebeachvolleybald
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal beachvolleyballen jij zult beachvolleyballen hij zal beachvolleyballen wij zullen beachvolleyballen jullie zullen beachvolleyballen zij zullen beachvolleyballen
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gebeachvolleybald hebben jij zult gebeachvolleybald hebben hij zal gebeachvolleybald hebben wij zullen gebeachvolleybald hebben jullie zullen gebeachvolleybald hebben zij zullen gebeachvolleybald hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou beachvolleyballen jij zou beachvolleyballen hij zou beachvolleyballen wij zouden beachvolleyballen jullie zouden beachvolleyballen zij zouden beachvolleyballen
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gebeachvolleybald hebben jij zou gebeachvolleybald hebben hij zou gebeachvolleybald hebben wij zouden gebeachvolleybald hebben jullie zouden gebeachvolleybald hebben zij zouden gebeachvolleybald hebben
|
Gebiedende wijs |
beachvolleybal
|
Aanvoegende wijs |
beachvolleyballe |