Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: banjeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebanjerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik banjer
jij banjert
hij banjert
wij banjeren
jullie banjeren
zij banjeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebanjerd
jij hebt gebanjerd
hij heeft gebanjerd
wij hebben gebanjerd
jullie hebben gebanjerd
zij hebben gebanjerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik banjerde
jij banjerde
hij banjerde
wij banjerden
jullie banjerden
zij banjerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebanjerd
jij had gebanjerd
hij had gebanjerd
wij hadden gebanjerd
jullie hadden gebanjerd
zij hadden gebanjerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal banjeren
jij zult banjeren
hij zal banjeren
wij zullen banjeren
jullie zullen banjeren
zij zullen banjeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebanjerd hebben
jij zult gebanjerd hebben
hij zal gebanjerd hebben
wij zullen gebanjerd hebben
jullie zullen gebanjerd hebben
zij zullen gebanjerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou banjeren
jij zou banjeren
hij zou banjeren
wij zouden banjeren
jullie zouden banjeren
zij zouden banjeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebanjerd hebben
jij zou gebanjerd hebben
hij zou gebanjerd hebben
wij zouden gebanjerd hebben
jullie zouden gebanjerd hebben
zij zouden gebanjerd hebben

Gebiedende wijs
banjer

Aanvoegende wijs
banjere

Voorbeelden

  1. Wij zijn uit elkaar, dus waarom banjer je in mijn huis?
    Hey... we broke up, so why are you barging into my house?
  2. Geniet van Shakespeare op een zachte zomeravond of banjer op een sneeuwachtige middag door de bossen en ontdek tegelijkertijd de beeldhouwkunst
    Enjoy Shakespeare on a balmy summer night or spend a snowy afternoon stomping through woods discovering sculpture as you go

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden